Een glimp die ontglipt
Je zag hem altijd in de avond rondrijden op zijn motor. De verkeersborden flitsten voorbij. De lichtjes in de verte weerspiegelden in het vizier van zijn helm. Hij had deze route al honderd keer gereden. Dit was het enige moment dat hij zijn hoofd leeg kon maken. Hij hoefde dan nooit na te denken. Als hij overal langs raasde, liet hij alles achter zich. Na een tijdje leek het op een andere plek. Hij herkende niks meer, hij wist niet meer waar hij was. Had hij een verkeerde bocht genomen? Dat kon toch niet? Hij stapte af. Het was doodstil. Geen auto’s, geen mens te bekennen. Hij stond helemaal alleen. Opeens hoorde hij een geluid. Hij staarde even naar de kant waar het vandaan leek te komen en iets trok hem aan. Hij liet zijn motor staan en liep langzaam die richting op. Er stond een of andere schutting. Toen hoorde hij het geluid weer. Nieuwsgierig zocht hij naar een opening. Door een splinter van licht in het hout kon hij naar binnen kijken. Hij schrok niet van het zicht, bijna alsof hij het verwachtte. Het lukte niet om weg te kijken, het enige wat hij zag was een paar ogen. Hij wist niet of ze groen, blauw of grijs waren, maar door hoe ze naar hem keken verdwaalde hij in de mistige kleur en verloor hij zijn woorden. Als het hout er niet was, zouden hun voorhoofden elkaar haast aanraken. Ze keek hem recht aan. Alsof ze zijn gezicht kon zien door zijn helm heen. Hij liet nooit zijn gezicht zien. Ze zag hem. En hij wilde haar zien. Ze had een mondkapje op. Hij wist meteen dat hij naar haar toe moest. Hij probeerde op het hout te bonzen. Het gaf niet mee. Hij keek om zich heen, geen touw of ladder of iets. Hij wierp zijn blik naar boven, zo hoog was het ook weer niet. Hij sprong hoog genoeg om het topje te raken, maar viel neer. Hij deed het nog een keer en hield zich vast. Hij hees zichzelf met moeite omhoog. Eenmaal aan de andere kantstond hij op de grond, maar zag hij niemand. Ze was verdwenen, en hij stond weer alleen. Hij keek naar de grond. Zijn handen gingen trillend omhoog. Aarzelend deed hij helm af. Hij ging weer terug naar de weg. Hij stapte zijn motor op en reed maar gewoon een kant op. Het was nu heel donker. Ze had zijn gezicht niet gezien.
Michelle Hilwig VW5A